Ooit had ik een waarheid, vele zelfs: van simpele waarheden tot overtuigende stellingen; van algemene know how tot eigenzinnige en rebelse visies; van eenvoudige wistjedatjes tot ingewikkelde filosofieën.
Maar op zekere dag besefte ik dat ik haar kwijt was, die waarheid van mij.
O wat heb ik gezocht: in hoeken en spleten, in boeken en cursussen, in workshops en lezingen. Ik zocht bij leraars en goeroes, bij collega coaches en mentors. Ik zocht in mezelf en buiten mezelf. Op bergtoppen en in diepe dalen. In aha momenten en intrieste ervaringen. Ik zocht in trauma’s en in de spiegels des levens. In relaties, o ja vooral in relaties. Ik zocht in het verleden en in de toekomst. In alle uithoeken van de wereld. Van Ibiza tot de Himalaya. Ik zocht in meditaties en in stiltes. Ik zocht zelfs in de leugens van anderen.
Overal waar ik zocht vond ik waarheden, maar niet die van mij. Warempel, ik was haar echt kwijt. Zelfs in het midden lag ze niet.
Zo kon ik niet functioneren. Iedereen had tegenwoordig een waarheid dus ik moest er toch ook eentje hebben. Al was het een halve, een naakte, een ongezouten..
Alleen met een waarheid was je immers van belang. Alleen als je een waarheid had, mocht je die overal verkondigen. Alleen met een eigen waarheid kon je immers anderen helpen hun waarheid te vinden..
Daar zat ik dan, zonder waarheid. Als je een waarheid kon hebben, dan kon je die dus blijkbaar ook kwijt geraken.
Stilaan merkte ik op dat ook zonder waarheid mijn wereld bleef doordraaien. Dat ook toen ik waarheidsloos was, ik geloofwaardig was en dus niet waardeloos.
Schoorvoetend gaf ik toe dat het eigenlijk best ok was, zo zonder die waarheid. Ik hoefde haar niet te verdedigen, te verantwoorden, te bewijzen, te bewaken of beschermen. Ik moest haar niet meer wikken of wegen, oppoetsen of afzwakken.
Het was best bevrijdend, geen eigen waarheid meer hebben. Want als ik er geen meer had, kon ik haar ook niet meer kwijt spelen. En als ik geen waarheid meer had, dan was toch alles mogelijk? Niets was nog waar of onwaar. En als alles toch èn tegelijk waar èn onwaar was, wat maakte het dan allemaal uit?
Waarachtig! Het was best een opluchting, zo zonder waarheid leven.
Ik besefte dat mijn waarheid me ooit veel had gebracht maar ook veel had ontnomen. Ze had me houvast gegeven en zekerheid, maar ook in haar greep gehouden en verward. Ze had me liefde en verbinding gebracht, maar ook angst en eenzaamheid. Ze had me openminded en empatisch gemaakt, maar ook star en oordelend.
Ik besloot vanaf nu heel bewust om te gaan met de waarheden die op mijn pad kwamen: ik zou ze wikken en wegen, ze binnenstebuiten keren, ze onderzoeken, ze ervaren en vooral goed doorvoelen. Ze moesten eerst helemaal de mijne worden voor ze al dan niet (een tijdje) mochten blijven. En de mijne worden, dat kon alleen maar als ze helemaal goed voelden op het moment dat ik ze voor waar aannam. Ze mochten komen en gaan, mijn waarheden. Ze waren vrij. Net als ik.
Mijn waarheid van het moment? (en hier komt het moment van de waarheid) "2 halve waarheden maken nog geen hele waarheid"
En jij? In welke waarheid zit jij nog verstrikt? Wat houdt jou nog (onbewust) in zijn greep? Leef jij naar jouw waarheid van het uur of wordt het tijd voor het uur van de waarheid?
Kan je wel wat waarheidsgetrouwe coaching gebruiken hierbij?
Comments